vrijdag 26 oktober 2007

Sociale beesten

Onze buurman in het appartementsgebouw heet Adolfo, hij moet een jaar of 35 zijn en is muzikant. Hij speelt fagot en ik hoor hem op dit moment oefenen. Een zacht, aangenaam geluid, dat zich elegant doorheen de muren danst. Gisterenavond speelde hij met het orkest van de stad in het Gran Teatro. Jammer genoeg kon ik er niet bij zijn, maar achteraf ben ik mee op café gegaan. De generositeit van de Spanjaarden is welbekend, en ik heb er gisteren met volle teugen van genoten. De rode wijn vloeide rijkelijk, en er waren natuurlijk een heleboel exquise tapas bij. In België houd ik niet zo van geiten- en schapenkaas, maar in Spanje is die... heel erg lekker. Ik houd me hier aan het vegetarisme, maar aan veganisme doe ik niet in het openbaar, want anders kan ik helemaal niets delen van de tapascultuur die hier zo belangrijk is.

Mijn god, Spanjaarden weten wat een verfijnde keuken is. Twee weken geleden ging ik met een privé-student van mijn flagenote mee naar zijn dorp Bonares, een half uur rijden van Huelva. We aten daar in een heel eenvoudig restaurant, maar wat een heerlijkheden kregen we voorgeschoteld! Ik heb twee vegetarische 'raciones' ('porties', groter dan een tapa) binnengewerkt, een orgastische culinaire ervaring. Mijn flatgenote Dina geraakte ook niet uitgepraat over het eten.

Het is zo gemakkelijk om met Spanjaarden aan de praat te geraken, op café of daarbuiten! Laat me even de opmerking maken dat alles wat ik over 'de Spanjaarden' zeg, natuurlijk een veralgemening is. Ik heb het over de dingen die me in grote lijnen opvallen als verschillend van het leven in België. Natuurlijk zijn er evenveel verlegen en gesloten of minder sociale mensen als in België, maar ik vermoed dat de algemene babbelcultuur ervoor zorgt dat het voor sommige mensen (zoals ik) gemakkelijker is om een sociaal leven uit te bouwen. “Charlamos por los codos,” zei een collega vanmorgen nog tegen me: “Wij praten honderduit” (letterlijk vertaald “We praten met onze ellebogen”!) Ooh ja, dat kan ik bevestigen.

Dus heb ik gisteren het halve gemeentelijk orkest van Huelva leren kennen. Het concert was goed geweest en het was er duidelijk van het begin van de 'après' om te doen zoveel mogelijk plezier te maken. Sommigen met en anderen zonder veel wijn of bier, sommigen met en anderen zonder een jointje, maar in hoeverre je ook dronken of high was, je had plezier. In België heb ik vaak het gevoel dat mensen niet genoeg uit hun dak gaan, op een leuke manier bedoel ik dan. Hier vind ik eindelijk mensen die grappen en grollen, honderduit kletsen over van alles en nog wat, spanningen in groep verwerken door te zingen en te lachen. Ik hoef geen zwaarwichtige onderwerpen aan te snijden om over iets te praten (wat ik graag doe, maar cafés zijn er om te lullen, niet?), en ik heb niet de neiging om iets geks te doen omdat iedereen altijd veel te serieus is zoals in België. Ja, ik houd echt van het Spaanse sociale leven, al kan het soms ook té druk, té luidruchtg zijn, maar dan ga ik gewoon naar huis.

In België heb ik ook vaak het gevoel dat àls een jongen of man met me praat, het hem erom te doen is om met me te flirten. Je praat dan over eender welk onderwerp, maar je voelt gewoon duidelijk: dit draait om seks. Extreem banaal en vervelend vind ik dat. Gisteren was er één jongen die seksuele interesse toonde, en die liet dat minder gecomplexeerd en op een eenvoudigere manier weten: Hij zei gewoon enkele keren recht in mijn gezicht dat ik muy guapa was (heel knap). Prima. Heb ik geen problemen mee. Leuk voor mijn ego, en omdat hij de boodschap zonder complexen overbracht, kon ik op een even ontspannen manier reageren. Vanwege de babbelcultuur was er ook mogelijkheid genoeg om over allerlei te kletsen en had ik niet het gevoel dat ik een eendimensionaal seksobject was, wat ik in België (en op andere plekken in de wereld) helaas al heel veel heb moeten meemaken. Zoals iedere vrouw.

Ter verduidelijking vriendjes en vriendinnetjes: Nee, ik heb hier nog geen lief opgeschaard! Ik heb ook geen plannen in die richting. Zeker niet met mannen / jongens. Zeg nooit nooit natuurlijk, maar ik heb me tegen mijn flatgenote en enkele van haar vrienden geout als lesbienne (zo voel ik me al een tijdje, geen idee of dat zal blijven duren, maar het laatste jaar voel ik me echt veeleer lesbisch). Vorige week heb ik zowaar de enige holebidiscotheek van Huelva bezocht met twee vrienden van Dina en een aantal zwaar opgemaakte vrouwen uit omliggende dorpen! Voor herhaling vatbaar, maar alleen omdat het de enige plek is waar holebi's uitgaan en omdat ik wil te weten komen hoe lesbiennes/gays/bi's en transen hier hun leven leiden. Het was ook aangenaam voor mij om eindelijk nog eens butches en sissies te zien en met hen te leuteren tot mijn ellebogen eraf vielen!

Zo, tot hier, er valt nog veel te vertellen maar ik probeer deze stukjes toch enigzins beperkt te houden, dus... Hasta luego! En vergeet me niet te mailen of een commentaar te posten, want ik denk hier ook vaak aan jullie... Dikke kussen uit een warme streek.


zaterdag 20 oktober 2007

Lesgeven tegen het alomtegenwoordige Spaans in

Eindelijk zijn Julien en ik begonnen met lesgeven. Er zijn twee lessenroosters waartussen hij en ik wekelijks afwisselen, zodat we in elke klasgroep eens in de twee weken een les geven. Behalve in het laatste jaar, want daar zijn de leerlingen enorm bezig met de toelatingsproef om naar de universiteit te gaan, en in die proef is er geen mondelinge Engelse test, dus zij zijn niet gemotiveerd om onze lessen te volgen. We geven dus les aan jongeren van elf tot zeventien, en één keer per week ook avondles aan volwassenen. Bovendien spijkeren we ook het Engels bij van een aantal leerkrachten. Dat is erg interessant voor mij, om de verschillen te leren kennen, en te ontdekken hoe je elke leeftijdsgroep het best kan aanpakken. Aan de andere kant zullen we niet echt gebonden geraken aan een groep, en zal de vooruitgang moeilijker te volgen zijn. Er wordt van ons verwacht dat we vooral spreekoefeningen geven, dat we conversatie en uitspraak verbeteren, dus. Daar is in Spanje heel veel nood aan. In Spanje hoor je weinig andere talen dan Spaans (en de regionale talen zoals Catalaans of Baskisch nauurlijk). Alle films en series op televisie worden gedubd. Hier in Huelva, en in andere kleine steden en zeker in de dorpen, zijn er ook weinig buitenlanders, en zij die er zijn leren meestal Spaans. (Hoewel één collega van Dina hier al jaren woont en nog steeds nauwelijks een woord verstaat of spreekt – hoe kan ze hier in godsnaam leven?)

De leerkrachten op onze school zijn ontzettend blij met onze komst. We zijn immers een extra hulp waar niemand lesuren voor heeft moeten inleveren ofzo. Tijdens de lessen zitten de meesten van hen gewoon achterin de klas, en ik geef les. Ik zou ook blij zijn. Maar ze zijn ook ontzettend hartelijk, babbelgraag, nodigen me uit om na school op bezoek te komen, mee uit te gaan.

Ik heb alweer veel geluk met de school waar ik lesgeef: die heeft een goede reputatie. Het is de oudste school van... Andalusië of Spanje, ik ben het even vergeten. De kwaliteit van de lessen is hoger dan op de meeste andere scholen, naar het schijnt, en er zijn dan ook minder problemen met dicipline met de leerlingen. Dit heb ik niet van collega's, maar van andere Spanjaarden aan wie ik vertelde dat ik lesgeef op het Instituto La Rábida. Wat ben ik hier toch een enorme gelukzak!!

Dubben, alles naar het Spaans vertalen, het is een bron van hilariteit voor mij. Probeer eens uit te vinden welke de volgende televisieseries zijn. De antwoorden geef ik bij het volgende bericht.


Perdidos - Gran Hermano - Mujeres Desesperados - Sexo en Nueva York


Deze dvd's zag ik in de supermarkt liggen:

Fama - Cantando bajo la lluvia


En heeft iemand een idee welke superbekende Ierse rockgroep er wordt bedoeld als iemand je vertelt over "oe dos"? (dat is de uitspraak!) Ik zweer je dat vele mensen niet weten dat de rest van de wereld de letter-cijfercombinatie in het Engels uitspreekt!




donderdag 11 oktober 2007

Hier niet veel te melden, bij jullie daarentegen...

Hallo daar!


Velen onder jullie benijden me vanwege het weer hier in vergelijking met de herfst in België. Inderdaad, het is hier nog steeds lekker warm. Of liever, het is hier een sauna. Terwijl jullie binnen blijven vanwege regen of koude, blijven wij in de namiddag binnen omdat het te warm is. Eindelijk begrijp ik het nut van een siësta. Het is logisch: de winkels sluiten om 14.00, wanneer het écht warm wordt, en heropenen pas tussen 17.00 en 18.00, om dan open te blijven tot 21.00. Minder praktisch vind ik de eetgewoonten hier. 's Morgens eten de Spanjaarden haast niets, koffie is het belangrijkste ingrediënt van het ontbijt. Rond 11.00 is er een pauze waarin mensen vaak een broodje eten. De belangrijkste (warme) maaltijd wordt 's middags gegeten. Sommigen drinken er wijn bij en dan word je natuurlijk slaperig en ga je een tukje doen. 's Avonds eten ze pas tussen 21.00 en 22.00! Gevolg is dat vele mensen laat gaan slapen, hoewel ze de volgende dag gewoon gaan werken rond 08.30. Hoe doen ze dat?


Nou ja, niet dat ik daar veel last van heb. Ik ben zelf de onregelmatigheid zelve. Omdat ik overdag haast nooit (rustig) alleen kan zijn, heb ik gelezen in de zalige kalmte van een frisse, door vele krekels bezongen nacht. Een meeslepende roman over Afghanistan, heel leesbaar, bejubeld door Isabel Allende, geschikt voor velen onder jullie: De vliegeraar van Khaled Hosseini. Ik vond het boek zomaar ergens in een hoek in de jeugdherberg van Granada, en toen het er de volgende avond nog lag heb ik het maar meegenomen. Nóg gewicht om terug mee naar huis te slepen. Godzijdank kom ik met kerstmis even naar huis en probeer dan al één en ander mee te nemen.


Momenteel is er van het avonturenfront niet veel te melden. Ik heb de afgelopen week gedaan wat ik overal kan doen: gelezen. Vooral de schoolboeken Engels die ze op onze school gebruiken, eigenlijk. Beetje Engelse grammatica herhaald en lessen voorbereid. Ook een aantal Britse collega's van mijn flatgenote ontmoet. Gedroomd over een internationale toekomst.


Mijn prioriaire droom is echter de roman afkrijgen. Tot nu toe heb ik er in Spanje nauwelijks aan gewerkt. Het lijkt me efficiënter om eerst een beetje ingewerkt te zijn op school en in de stad. Bovendien is het gezond om eens een tijdje afstand te nemen van je schrijfsel, om er vervolgens de miskleunen uit te kunnen halen en zaken te veranderen. Als ik iets hoor of zie over kunstenaars of schrijvers, gaan vlinders in mijn buik echter dwaas rondfladderen.


Sommige mensen die ik voor het eerst ontmoet kijken me angstig aan als ik zeg dat ik uit België kom. "Ah ja, de Vlamingen en de Walen..." fluisteren ze dan verschrikt, alsof ik Julien voor hun ogen in stukken zal scheuren. Dat we niets tegen elkaar hebben, lijkt hun onvoorstelbaar.

Dit is een periode waarin ik het moeilijk heb met onze Belgische politiek. Ik vind de problemen met de regeringsvorming tekenend voor het navelstaren van de politici, media en sommige burgers in de afgelopen jaren. Dat krijg je dan van dat eeuwige gepik op bestuur en bevoegdheden, op geldstromen en werkloosheidscijfers en op andere culturen in Vlaanderen en Wallonië. We hekelden de PS-overmacht terwijl we in Vlaanderen al sinds 1991 met overtuigde fascisten zitten. We namen het steeds verder uiteen drijven van noord en zuid klakkeloos over van de media en van politici die niet in de regering zaten, maar heel invloedrijk waren en zijn.


Volgens mij is de crisis van België dus onze eigen schuld. Net als een Hans Van Temssche die in het hart van Antwerpen een hoop mensen met een niet-blanke huidskleur wilde neermaaien. Het is gemakkelijk om hem een gek te noemen en verder niet na te denken over de context waarin dit gebeurde. Wat dachten jullie van een stad die zich al meer dan tien jaar de hoofdstad van fascistisch Vlaanderen mag noemen? Zo denk ik ook over het gejengel van de onderhandelaars en sommige oppositiepartijen. Ja, het zijn politici, maar wij hebben ze verkozen en we vormen tegenwoordig niet de meest kritische bevolking. Het lijkt of iedereen is ingeslapen onder wattig populisme, onder de knuffels en kusjes van een marketingscampagne die in de plaats van een verkiezingscampagne is gekomen.

Goed, het was maar om jullie te zeggen dat ik hoop dat België niet splitst. De enige redenen die ik daarvoor zie zijn egoïsme van een rijker noorden en meeblaten met de verrechtsing waar we allemaal onder lijden. Terwijl we in Vlaanderen zelf zo lang onderdrukt en misprezen zijn geweest... Waarom komt politiek toch zo vaak daarop neer, op het neerhalen van het ene volk en het verheerlijken van het andere? Vooral dat eerste, waarom moeten we 'de anderen' altijd weer in een slecht daglicht stellen? Hoe vaak zal de geschiedenis zich nog herhalen voor we allemaal grondig beseffen hoe destructief dat is?


zondag 7 oktober 2007

telefoon

Cijfers zijn nooit mijn vrienden geweest. Het telefoonnummer dat ik op deze blog schreef, was fout en dit is het juiste: 0034 671 976 583.
Maar Skype is goedkoper!!

donderdag 4 oktober 2007

Gedonder

Dag iedereen!

Dinsdagavond ben ik teruggekomen uit Granada en de volgende dag moesten we op school aan het werk. Er zijn echter problemen met de uurroosters van de leerkrachten Engels, en daarom sta ik deze week nog niet voor de klas. Dat vind ik best – ik ben nogal moe de laatste dagen.

Het weer is hier niet al te best naar Spaanse normen. 's Nachts en soms ook overdag onweert het. In de buurt zijn huizen ondergelopen en op televisie zie je spectaculaire tsunami-achtige beelden. Het gaat dan weliswaar over één straat die in een rivier veranderde, en dat beeld wordt tot in den treure opnieuw vertoond. De massamedia zijn overal verkloot. Behalve knallende donder en grote bliksemschichten die me uit mijn slaap houden heb ik persoonlijk niet veel last van het weer. De temperaturen blijven naar mijn normen zalig: overdag een graad of 22.

In Granada heb ik me overgegeven aan mijn natuurlijke reflex om op een onbekende plek rond te lopen tot mijn voeten afgesleten zijn tot aan mijn enkels. Vaak verdwaald in de nauwe straatjes van de historische wijk Albaicin, op terrassen cafés con leche gedronken, naar een geweldige flamenco-straatmuzikant geluisterd en na een uur prachtige muziek hem dan toch durven aanspreken, mijn ogen de kost gegeven tot mijn hoofd tolde van oververzadiging, met jonge reizigers gebabbeld in de jeugdherberg in alle mogelijke talen (inclusief een originele mix van Engelse en Spaanse woorden en gebaren met een Japanner) en me gedeeltelijk overgegeven aan de toeristenindustrie.

Ik was nogal gedeprimeerd van die alomtegenwoordige toeristenbusiness. Min of meer opzettelijk heb ik het Alhambra niet bezocht. Het feit dat alles en iedereen je enaartoe stuwt maakt mij opstandig.

In mijn binnenste ben ik een reiziger, maar steden en mooie plekken overal ter wereld zijn tegenwoordig ingepakt in een lelijke cocon van consumptie. Je kan haast niet anders dan daar en daar naartoe te gaan, en wat blijft er over van het oorspronkelijke wonder? Naar mijn mening niet veel. In de afgelopen jaren ben ik niet vaak meer 'op vakantie' geweest, omdat ik geen zin meer heb om uitgeholde paden te bewandelen. Ik probeer in mijn dagelijkse leven dingen te ontdekken. Zo ook hier in Spanje. Ik ben content dat ik in Huelva zit en niet in het geëxotiseerde Granada.

Desalniettemin was ik onder de indruk van het behoorlijk intact gebleven vakantiehuis van de familie van dichter en toneelschrijver Federico García Lorca, waar die laatste een heleboel van zijn werken heeft geschreven. Destijds was dat huis nog buiten de stad gelegen, en kon Lorca net daar schrijven omdat het er zo rustig was. Wat een metamorfose sindsdien. Onze steden zijn monsters van lawaai, pollutie en lelijkheid... Eigenlijk zou iedereen er af en toe moeten uit ontsnappen om dat te beseffen. Misschien ben ik wat gevoeliger dan anderen, maar de ervaring van in een stad zijn of op een groenere plek beïnvloedt mijn lichaam en geest in hoge mate. In een stad is het haast onmogelijk om tot rust te komen, maar je ontmoet er veel mensen en culturen en je krijgt dus allerlei stimulansen. In het groen kan je op adem komen en soms kan je creativiteit zich er daardoor ten volle ontplooien, maar dorpen kunnen ook zó rustig zijn dat ik het er benauwd krijg.

In Granada heb ik kennis gemaakt met een aantal van de honderden Amerikanen, Britten, Belgen, Fransen, ... die aan dit programma van de Junta de Andalucía meedoen. De meesten zijn pas afgestudeerd, ook Julien, een jongen uit Luik die in dezelfde school als ik zal lesgeven.

Het was indrukwekkend om die honderden jongeren in de (veel te dure) hotels en in het Palacio de Congresos samen te zien. Ik sprak met een jongen uit Dallas die het moeilijk had met de Spaanse way of life. Ik herkende zijn verwarring - hulpeloosheid - frustratie van mijn eigen reis naar Congo. Ik heb hem gerustgesteld en gezegd dat hij zeker één of andere manier zou vinden om hier te leven, en dat het geheim is om je er bij neer te leggen zonder je eigenheid uit het oog te verliezen. Blijkbaar zijn vele Amerikanen controlefreaks. Als je ver reist, is dat geen voordeel. Een heleboel dingen overkomen je en je kan er alleen maar mee omgaan. Ik moet hierbij spontaan denken aan mijn meest nonchalante vriendin, die de beste reizigster is die ik ken. Ik zal haar naam maar niet vermelden, maar ze barst vast in een mix van verontwaardiging en lachen uit als ze dit leest. I love you!